Deze module geeft wat achtergrond over muziek. Dit kan je steunen bij de analyse in de recensie over de voorstelling waar je zelf naartoe gaat.
Deel 1. Muziekgeschiedenis
Vroege muziek
Prehistorische muziek Al voordat mensen konden lezen en schrijven, speelden ze muziek. De instrumenten waren eenvoudig; meestal trommels, met enkele fluitachtige en op een harp lijkende instrumenten. Liederen werden niet alleen gebruikt voor vieringen en religieuze tradities, maar ook om verhalen te vertellen en te onthouden. Muziek werd ook gebruikt als communicatiemiddel. Oude muziek Oude samenlevingen, zoals de oude Grieken en Romeinen, begonnen muziek te produceren als kunstvorm. Toen het Romeinse Rijk viel en de Kerk Rome overnam, werd de meeste geproduceerde muziek religieus van aard, omdat de Kerk 'lichte' liederen niet goedkeurde. Middeleeuwse muziek Er waren grofweg twee genres muziek: liturgische en volksmuziek. In de kerk luisterde men naar liturgische muziek, thuis luisterde men naar volksmuziek. De kerk heeft veel betekent voor de ontwikkeling van muziek. Een belangrijke ontwikkeling was de uitvinding van muzieknotatie (het opschrijven van noten) door de Italiaanse monnik Guido D'Arezzo rond het jaar 1000. Hij identificeerde en codificeerde de noten en akkoorden die we vandaag de dag nog steeds gebruiken, en dit systeem werd gebruikt in zowel liturgische muziek als volksmuziek. Enkele instrumenten die in de middeleeuwen werden gebruikt kun je zien in afbeelding 1. |
|
|
Renaissancemuziek en daarna
Renaissance periode (1300-1600) In Florence in Italië ontstond een familie die het politieke en sociale landschap zou domineren. De Medici-familie was een van de eerste mecenas-families van de kunst. Deze familie, en mensen zoals zij, investeerden veel geld in kunst en hielpen daarmee om muzikaal talent en de kunsten een nieuw leven in te blazen. Een belangrijke ontwikkeling die door hen mogelijk werd gemaakt was de groei van het belang van de componist van een lied in plaats van de speler van muziek. Tijdens deze periode van Verlichting ontwikkelde ook het vakmanschap zich. Ambachtslieden floreerden en met deze nieuwe talenten en materialen ontwikkelden ze een groot aantal instrumenten. Terwijl de instrumenten zich ontwikkelden en de muzikanten beter werden in hun vak, stimuleerden de componisten de kunstvorm. Muziek werd rijker met verschillende instrumenten, noten en akkoorden. Het was ook in deze tijd en op deze plaats dat de opera ontstond. De opera bracht niet alleen zang naar voren als een kunstvorm, maar maakte ook de weg vrij voor de waardering van wat we nu kennen als klassieke muziek. Barokmuziek (1600-1750) Muziek en de mensen die het componeerden en speelden kenden een sterke groei in de daarop volgende 150 jaar. Muziek werd verfijnd en gedefinieerd aan universiteiten, koninklijke hoven en kerken in heel Europa. Antonio Vivaldi, Georg Philipp Telemann, Johann Sebastian Bach en George Friderich Händel schreven voor een steeds groter wordende groep spelers en koren, in duidelijk herkenbare stijlen en met een steeds groter scala aan nieuwe instrumenten. Zie bijvoorbeeld afbeelding 2 voor een overzicht van de ontwikkeling van de piano. Klassieke periode (1750-1820) & Romantische periode (1820-1900) Wolfgang Amadeus Mozart, Ludwig von Beethoven en Joseph Hayden waren drie van de grote namen uit deze muziekperiode. De Klassieke Periode duurde 70 jaar. Muziek werd steeds belangrijker en verfijnder. Notaties in de partituur van componisten begonnen dynamische markeringen te bevatten om aan te geven hoe hard of zacht een passage gespeeld moest worden. |
Grote namen uit de Romantiek waren Tsjaikovski, Verdi, Strauss, Puccini en Wagner. Veel van deze muziek is verweven met opera, ballet en grotere muziekuitvoeringen. Naast opera ontstond de operette, vergelijkbaar met opera maar komisch van vorm. Het verschil tussen opera en operette is als het verschil tussen tragedie en komedie in toneelstukken.
20ste en 21ste eeuw In de eerste helft van de twintigste eeuw floreerde de volksmuziek, of muziek die begon op straat en in huis. Een goed voorbeeld daarvan is blues, meestal afgeleid van muziek gemaakt door voormalige slaven, nu geproduceerd door vaak Afro-Amerikaanse zangers en componisten. Hiervan werden jazzmuziek en tradities als gospelmuziek afgeleid, die langzaam werden opgenomen in een nieuwe vorm van populaire muziek. Pas toen ontstond er een echte scheiding tussen klassieke en populaire muziek. Van jazz en blues werd rock-'n-rollmuziek afgeleid, die in de jaren vijftig en zestig razend populair werd door Elvis Presley. Tegelijkertijd namen moderne rockbands zoals The Beatles, die zich vaak door jazz, blues en rock 'n roll lieten inspireren, het podium over. Televisie en de mogelijkheid om verder en sneller te reizen hielpen bij het creëren van een nieuw type verafgode, populaire zangers. Enkele vroege voorbeelden waren Fred Astaire en Ginger Rogers, en Duke Ellington. Daarnaast werden geluiden van de straat in muziek verwerkt. Rap en hiphop begonnen als protestsongs in de VS en werden uiteindelijk opgenomen in de moderne muziek. De twintigste eeuw zag ook een enorme reeks technologische uitvindingen en veranderingen die ook hielpen om muziek te veranderen. Zonder deze uitvindingen zouden instrumenten zoals de elektrische gitaar niet hebben bestaan, laat staan de mogelijkheid om te mixen en digitale DJ-muziek te maken. De 21ste eeuw zet deze verandering in de muziek voort. Op het podium versmolt de operettevorm met vaudeville- en burleske theatervormen en veranderde in de musical, die vandaag de dag nog steeds razend populair is. |
|
DEEL 2. MUZIEKANALYSE
Inleiding
Muziekanalyse lijkt in één specifiek opzicht veel op theater- en dansanalyse: analyse is een manier om naar bepaalde elementen van een voorstelling te kijken, maar ook, en dat is veel belangrijker, om die elementen te interpreteren: waarom zijn ze op deze manier gebruikt? Waarom maken ze de muziek rijker of minder rijk? Enz. Het is daarom heel belangrijk om de onderstaande analysepunten te gebruiken om tot zo'n geïnformeerde conclusie te komen.
Bij het analyseren van muziek kijk je altijd naar de elementen van de muziek. Daarnaast, als er teksten (gezongen teksten) zijn, analyseer je ook de teksten. Tot slot, als je te maken hebt met een uitvoering van muziek, zoals een musical of een opera, kun je ook terugkijken naar de module theateranalyse en de mise-en-scène analyseren.
1. Teksten
De tekst verwijst naar de taal die in een liedje wordt gebruikt. Vraag jezelf af:
2. Elementen van muziek
A. Ritme of duur
Ritme is de herhaalde beweging van klanken door de tijd. In liedjes passen de woorden meestal bij het ritme. Alles wat we zingen of zeggen heeft een ritme. Probeer bijvoorbeeld maar eens een slaapliedje, kinderliedje, springliedje of rap te zingen of te zeggen. Beat, accent en tempo maken allemaal deel uit van ritme. De beat is de regelmatige polsslag (het tikken van een klok, het geluid van de ruitenwissers van een auto). Accent is waar de sterkste nadruk wordt gelegd, zoals in één, twee, drie, of één, twee, drie. Tempo is de snelheid: hoe snel of langzaam de muziek is. Vraag jezelf af:
B. Structuur
Structuur is de manier waarop de muziek is opgebouwd. Onderdelen van een song kunnen worden geïdentificeerd als:
B. Melodie
De melodie bestaat uit muzieknoten of toonhoogtes die een patroon vormen. Als je woorden aan een melodie toevoegt, wordt het een lied. Noten kunnen hoog, laag of ertussenin zijn. Hun hoogte wordt toonhoogte genoemd. Toonhoogte bepaalt de hoogte van een toon ten opzichte van de andere tonen eromheen, die hoger of lager kunnen zijn. Vraag jezelf eens af:
C. Timbre
Timbre of klankkleur zorgt ervoor dat een instrument of stem anders klinkt dan een ander. Het is hoe een muziekinstrument of stem klinkt. Vraag jezelf af:
D. Dynamiek
Dynamiek verwijst naar hoe luid of zacht de muziek is. Het kan je helpen om iets te zeggen over de stemming van de muziek. Woorden om dynamiek te beschrijven zijn: pianissimo (heel stil), piano (stil), mezzopiano (gemiddeld stil), mezzoforte (gemiddeld luid), forte (luid) en fortissimo (heel luid). Vraag jezelf af:
E. Textuur
Textuur is het aantal instrumenten en/of stemmen dat wordt gebruikt om een licht of vol geluid te creëren. Melodieën, ritmes en klankkleuren kunnen gecombineerd worden om verschillende texturen te creëren. Muziek gemaakt door een orkest is een voorbeeld van een volle textuur. Vraag jezelf af:
F. Harmonie
Harmonie is wanneer je twee of meer noten tegelijk speelt. Vraag jezelf af:
G. Genre
Genre is het soort (of de stijl) muziek (jazz, rock, rap, klassiek, marsen, slaapliedjes, opera, pop, folk, enz:
Inleiding
Muziekanalyse lijkt in één specifiek opzicht veel op theater- en dansanalyse: analyse is een manier om naar bepaalde elementen van een voorstelling te kijken, maar ook, en dat is veel belangrijker, om die elementen te interpreteren: waarom zijn ze op deze manier gebruikt? Waarom maken ze de muziek rijker of minder rijk? Enz. Het is daarom heel belangrijk om de onderstaande analysepunten te gebruiken om tot zo'n geïnformeerde conclusie te komen.
Bij het analyseren van muziek kijk je altijd naar de elementen van de muziek. Daarnaast, als er teksten (gezongen teksten) zijn, analyseer je ook de teksten. Tot slot, als je te maken hebt met een uitvoering van muziek, zoals een musical of een opera, kun je ook terugkijken naar de module theateranalyse en de mise-en-scène analyseren.
1. Teksten
De tekst verwijst naar de taal die in een liedje wordt gebruikt. Vraag jezelf af:
- Wat is het onderwerp? Waar zingt de artiest over en wat zegt hij over dit onderwerp?
- Maken de teksten gebruik van beeldspraak zoals metaforen, vergelijkingen of ironie?
- Maken de teksten gebruik van taalkundige elementen zoals alliteratie, homofonen of rijm?
- Zijn de teksten origineel? Waarom wel of niet?
- Heeft de tekst je aan het denken gezet? Waarom wel of niet?
2. Elementen van muziek
A. Ritme of duur
Ritme is de herhaalde beweging van klanken door de tijd. In liedjes passen de woorden meestal bij het ritme. Alles wat we zingen of zeggen heeft een ritme. Probeer bijvoorbeeld maar eens een slaapliedje, kinderliedje, springliedje of rap te zingen of te zeggen. Beat, accent en tempo maken allemaal deel uit van ritme. De beat is de regelmatige polsslag (het tikken van een klok, het geluid van de ruitenwissers van een auto). Accent is waar de sterkste nadruk wordt gelegd, zoals in één, twee, drie, of één, twee, drie. Tempo is de snelheid: hoe snel of langzaam de muziek is. Vraag jezelf af:
- Kun je de beat van het liedje vinden door te klappen?
- Kun je horen waar het accent ligt?
- Heeft het nummer een snel of langzaam tempo?
B. Structuur
Structuur is de manier waarop de muziek is opgebouwd. Onderdelen van een song kunnen worden geïdentificeerd als:
- Introductie, of wat er aan het begin van het nummer komt;
- Vers, of een poëtisch rijm dat door het nummer heen terugkomt met andere woorden;
- Brug, of een deel van het nummer dat de overgang aangeeft tussen andere delen van het nummer (het pre-chorus is de brug tussen een couplet en het refrein);
- Refrein, of een terugkerend deel van het lied;
- Conclusie of outro, het laatste deel van het nummer;
- Elisie, of een deel van het nummer waar verschillende delen van het nummer elkaar overlappen;
- Instrumentale solo, of een deel van de muziek waarbij slechts 1 instrument wordt gebruikt;
- Ad lib, een meestal vocaal deel van het nummer waar de zanger willekeurige/verschillende geluiden maakt om de intensiteit van de muziek te versterken.
- Welke van deze structuurelementen komen voor in het lied?
- Hoe is het nummer opgebouwd?
B. Melodie
De melodie bestaat uit muzieknoten of toonhoogtes die een patroon vormen. Als je woorden aan een melodie toevoegt, wordt het een lied. Noten kunnen hoog, laag of ertussenin zijn. Hun hoogte wordt toonhoogte genoemd. Toonhoogte bepaalt de hoogte van een toon ten opzichte van de andere tonen eromheen, die hoger of lager kunnen zijn. Vraag jezelf eens af:
- Veranderen melodie en toonhoogte veel of weinig gedurende het liedje? Hoe veranderen ze?
C. Timbre
Timbre of klankkleur zorgt ervoor dat een instrument of stem anders klinkt dan een ander. Het is hoe een muziekinstrument of stem klinkt. Vraag jezelf af:
- Welke instrumenten herken je in dit nummer?
D. Dynamiek
Dynamiek verwijst naar hoe luid of zacht de muziek is. Het kan je helpen om iets te zeggen over de stemming van de muziek. Woorden om dynamiek te beschrijven zijn: pianissimo (heel stil), piano (stil), mezzopiano (gemiddeld stil), mezzoforte (gemiddeld luid), forte (luid) en fortissimo (heel luid). Vraag jezelf af:
- Welke van deze woorden zou je toewijzen aan welke delen van het lied?
E. Textuur
Textuur is het aantal instrumenten en/of stemmen dat wordt gebruikt om een licht of vol geluid te creëren. Melodieën, ritmes en klankkleuren kunnen gecombineerd worden om verschillende texturen te creëren. Muziek gemaakt door een orkest is een voorbeeld van een volle textuur. Vraag jezelf af:
- Welke woorden schieten je te binnen wat betreft de textuur van dit nummer (hoe worden melodie, ritme en klankkleur gecombineerd)?
- Vind je dat het nummer een erg dichte of minder dichte textuur heeft?
F. Harmonie
Harmonie is wanneer je twee of meer noten tegelijk speelt. Vraag jezelf af:
- Wordt er harmonie gebruikt in deze muziek?
- Waarom denk je dat de componist ervoor koos om harmonie te gebruiken in deze muziek?
G. Genre
Genre is het soort (of de stijl) muziek (jazz, rock, rap, klassiek, marsen, slaapliedjes, opera, pop, folk, enz:
- Gebruikt het nummer 1 genre of meer?
- Welk(e) genre(s) wordt/worden in dit nummer gebruikt?
|
|
|
|
Bronvermelding
Davidson, Miriam; Heartwood, Kiya (1996). Songwriting for Beginners, p.6. Alfred Music Publishing.
Library and Archives Canada. Music Analysis Guide For Students. Geraadpleegd via: https://www.bac-lac.gc.ca/eng/discover/films-videos-sound-recordings/virtual-gramophone/Documents/music-analysis-guide.pdf
McNeill (2010). A Glossary of Literary Terms. Geraadpleegd via: https://www.wetaskiwincomp.ca/eteacher_download/771/3186
Music Industry College. Musical Analysis Writing Guide. Geraadpleegd via: http://mic.org.au/wp-content/uploads/2012/01/MUSICAL-ANALYSIS-WRITING-GUIDE-2012-edition2.pdf
Afbeeldingen
https://www.psychologies.co.uk/music-makes-you-feel-better
http://www.thatericalper.com/funny-drawing-listening-earphones-music/
Davidson, Miriam; Heartwood, Kiya (1996). Songwriting for Beginners, p.6. Alfred Music Publishing.
Library and Archives Canada. Music Analysis Guide For Students. Geraadpleegd via: https://www.bac-lac.gc.ca/eng/discover/films-videos-sound-recordings/virtual-gramophone/Documents/music-analysis-guide.pdf
McNeill (2010). A Glossary of Literary Terms. Geraadpleegd via: https://www.wetaskiwincomp.ca/eteacher_download/771/3186
Music Industry College. Musical Analysis Writing Guide. Geraadpleegd via: http://mic.org.au/wp-content/uploads/2012/01/MUSICAL-ANALYSIS-WRITING-GUIDE-2012-edition2.pdf
Afbeeldingen
https://www.psychologies.co.uk/music-makes-you-feel-better
http://www.thatericalper.com/funny-drawing-listening-earphones-music/